De Begonia's van Aartje
Al jaren hebben we achter ons huis, op het noorden, een uitstalling staan van potten met (knol) begonia’s. Dit is het eerste wat je ziet als je onze tuin bezoekt en heeft al veel verwonderde blikken opgeleverd. “Wat mooi! Zijn dat begonia’s?” Ja, ook dat zijn begonia’s.
De begonia is weer helemaal hip. De plant die iedereens oma altijd al had, is in al zijn vormen en soorten de meest veelzijdige plant. De begonia is als het ware bezig met een comeback als populaire tuin- en terrasplant, en dat verdient ze ook. Het is ook leuk om dan later van de bezoekers te horen dat ze door ons aangestoken zijn met het begoniavirus en zelf ook hun potten vullen met deze fantastische planten.
De begonia is grofweg in 3 groepen te verdelen:
De bladbegonia: De bloemen zijn hier bijzaak, het gaat om het mooie blad. Zelf haal ik de bloemen er ook uit, want dat kost de plant alleen maar onnodige energie. Onder de bladbegonia’s vallen de stippenbegonia en begonia rex. Deze laatste heeft sierlijk blad in de meest betoverende kleuren, van zilverachtig rosé tot purperrood en alles ertussen in.
De struikbegonia: Voorbeeld hiervan is de begonia fuchsioides. Deze groeit als een struik met glimmend groene blaadjes en krijgt roze/rode hangende bloemetjes, net als de fuchsia. In deze groep vind je ook de welbekende eenjarige begonia semperflorens. Populair bij velen en makkelijk verkrijgbaar.
De knolbegonia: Begonia tuberhybrida is de Latijnse naam van de de knolbegonia. De knolbegonia is er in elke kleurschakering: van wit tot donkerrood, met enkele en dubbele bloemen en van klein tot groot. Ze zijn uitermate geschikt voor beplanting in potten en schalen, dat is een ding dat zeker is! Er is geen andere zomerbloeier die zo lang en bijna probleemloos doorbloeit. Vandaar dat ik echt een begoniafan ben en gelukkig komen er steeds meer soorten bij.
De winterharde (tuin)begonia grandis is een ander voorbeeld van een knolbegonia en verdient meer bekendheid. De begonia grandis heeft frisgroen blad, en met zijn hangende trosjes wit/roze bloemetjes is het de blikvanger op een halfschaduw plekje.
Omdat het blad van de meeste knolbegonia’s wat grof is kun je dit goed combineren met ietwat transparante grassen of juist met het sierlijke blad van een bladbegonia, met een mooi kleurcontrast. Zo kun je elk jaar een andere combinatie maken met een ander kleurenpalet.
Zelf vind ik de combinatie van oranje/rood tinten met purperblad het mooist. Het mag van mij wel een beetje knallen! Maar wit/zacht-rose tinten samen met zilver/grijs blad doen het samen ook geweldig. En voor het wow-effect: hier en daar wat paarse/purper accenten.
In de bovenstaande drie groepen heb je staande en hangende varianten. Mijn favoriete zomerbloeier is zonder twijfel de hangbegonia. Deze zijn er in allerlei kleuren en met kleine enkele bloemen tot en met grote dubbelbloemige soorten. Hangbegonia’s komen het mooist uit in “hanging baskets” of in hoge potten. Hier hebben we er veel staan in oude inmaakpotten.
Door een combinatie te maken van staande en hangende begoniasoorten en dit in afwisselende kleuren of naar eigen smaak juist in één tint te houden, krijg je een heel mooi spannend geheel.
Steeds weer als ik de knol zie verwonder ik me dat er zo iets moois uit kan komen.”
De meeste tuinbegonia’s hebben een knol. Deze is niet winterhard en moet vorstvrij bewaard worden. In het voorjaar potten we de nieuwe knollen op. Let er op dat de holle kant bovenop zit tijdens het planten. Voor de rest een klein laagje potgrond eroverheen en de grond lichtvochtig houden. Na een paar weken verschijnen er kleine puntjes. Zo gauw er blaadjes verschijnen zetten we ze op een lichte plek. Als het gevaar voor nachtvorst voorbij is, zo rond half mei, kan de plant naar buiten. Omdat ze binnen hebben gestaan is het blad zacht en nog kwetsbaar. Vandaar harden we ze eerst af en houden ze uit de zon. Na een kleine week gewend te zijn komen ze op hun definitieve plek in de tuin.
Van nature staat een begonia het liefst op een lichte tot half schaduwrijke plaats, maar de begonia veredelaars/kwekers zijn ook ingesprongen op de populariteit van de begonia en introduceren ook steeds meer zon en warmte minnende soorten, die ook onze “tropische” zomers goed kunnen doorstaan. Gedurende de zomer, vooral bij warm weer, vragen ze veel water. De begonia’s groeien fors uit en om uitdroging te voorkomen is het aan te raden om ruime potten/manden te gebruiken.
Aan het eind van het seizoen word het blad geel en sterft af, dan kunnen de knollen weer in de winterberging. Op deze manier kun je jaar na jaar genieten van een weelderig bloeiende begonia van mei tot oktober.
Nog even een paar tips om zo lang mogelijk te genieten van jouw begonia:
– Veel (hang)begonia’s zijn, zoals ze zeggen, zelfschonend. Dat wil zeggen: ze laten hun bloemen zelf vallen en hoeven dus niet geplukt te worden zoals bij een petunia. Maar bij nat weer is er kans op smet op het blad van de vallende bloemen.
– Het bevordert de knopaanleg als je de oude bloemtrosjes eruit haalt.
– Om de week plantenvoeding geven zorgt voor mooi en sterk blad en goede doorbloei.
– Houd de potkluit vochtig, maar zorg dat het overtollige water wel weg kan.
– Geef spaarzaam water aan het eind van het seizoen. Vooral bij natte en donkere dagen. Anders kan de knol gaan rotten.
– Bij vakantie plannen: haal zoveel mogelijk bloemen en knoppen eruit. Bij thuiskomst staat jouw begonia er weer fris bloeiend bij.
Enkele van mijn favoriete begonia soorten:
- Begonia sutherlandii
- Begonia tuberhybrida appleblossom
- Begonia illumination apricot shades
- Begonia fragrant falls®peach (geurende bloemen)
- Begonia waterfalls
- Begonia rex “Fireworks”
– Aartje Klaasen